Gecumuleerde kasontvangsten ten opzichte van ramingen in de begroting

Deze tabellen geven de meest recente realisaties van de gecumuleerde ontvangsten op kasbasis van het lopende jaar weer. Deze realisaties worden vergeleken met de meest recente ramingen van de ontvangsten op jaarbasis en met de situatie in het voorgaande jaar.  Deze tabellen geven de ontvangsten/ramingen weer, zoals deze concepten worden opgenomen in de algemene toelichting van de federale begroting. Het gaat om alle fiscale ontvangsten die door de FOD Financiën geïnd worden, ook om ontvangsten die nadien overgedragen worden aan andere overheden of instellingen, behalve de lokale overheden. Zoals aangegeven volgen deze tabellen de Belgische begrotingsgeplogenheden waardoor deze tabellen afwijken van de ESR-2010-indeling aangehouden in onder andere de Nationale Rekeningen en de ‘National Tax List (Europese Commissie)’. Voor het opstellen van de ramingen wordt voor de belangrijkste inkomstencategorieën (personenbelasting, vennootschapsbelasting, btw en accijnzen) gebruikgemaakt van een gedesaggregeerd macro-economische model. De ramingen worden opgesteld aan de hand van de ramingen voor verklarende variabelen (of economische parameters), aangeleverd door het Federaal Planbureau (FPB) en de (vermoedelijke) gerealiseerde ontvangsten van het voorgaande en huidige jaar. De ontvangsten die als vertrekbasis dienen zijn naargelang van het moment van de begrotingsramingen volledig en zeker (bij de aangepaste begroting) ofwel partieel (bij de initiële begroting). Voor de ramingen worden de kasontvangsten van de gerealiseerde maanden omgezet naar ontvangsten op ESR-basis . Voor directe belastingen houdt dat in dat de kasontvangsten worden teruggekoppeld naar het moment van inkohieren. Daarnaast worden onder meer technische correcties toegepast en wordt er rekening gehouden met de impact van nieuwe fiscale maatregelen beslist in de meeste recente of in vorige begrotingsconclaven. Het gaat zowel om de fiscale als om de niet-fiscale ontvangsten die geïnd worden door de FOD Financiën, ook om ontvangsten die nadien overgedragen worden aan andere overheden of instellingen.   In tabblad 1 worden de fiscale ontvangsten, waar relevant, opgesplitst in lopende ontvangsten en kapitaalontvangsten. De tabel bevat het globale overzicht van de totale ontvangsten (I), de afgestane ontvangsten aan de EU (II), de ontvangsten voor financiering van de gewesten & gemeenschappen (III), de ontvangsten die overgedragen worden aan de sociale zekerheid (IV), de ontvangsten die overgedragen worden aan andere instellingen (V) en tot slot de rijksmiddelen (VI). Deze laatste categorie wordt berekend als het verschil tussen (I) en de som van (II tot en met V).  In tabblad 2 worden de totale ontvangsten (I van tabblad 1) in detail weergegeven. De fiscale lopende ontvangsten worden opgesplitst in directe belastingen (1.1), douane en accijnzen (1.2) en btw en registratie (1.3). Elk van deze drie categorieën wordt daarna nog uitgesplitst per belastingsoort.  In tabblad 3 worden alle afgestane, toegewezen en toegekende ontvangsten weergegeven per begunstigde: EU, gewesten & gemeenschappen, sociale zekerheid en ‘andere’. Voor elk van deze begunstigden wordt het overgedragen bedrag uitgesplitst per belastingsoort. Bij de overdrachten aan ‘andere’ wordt eveneens gespecifieerd welke de begunstigden zijn.  De tabel in tabblad 4 heeft dezelfde structuur als die in tabblad 2. Hier worden evenwel niet de totale ontvangsten, maar wel de rijksmiddelen weergegeven, dit zijn de middelen die ter beschikking blijven van de federale overheid na alle overdrachten.