Aandeel van (E)RIS-begunstigden onder vrouwen in de leeftijd van 18-64 jaar (SPP-IS)

Het Inkomen voor Sociale Integratie (RIS) is een minimuminkomen dat door het OCMW wordt toegekend aan mensen die niet over voldoende middelen beschikken en er geen aanspraak op kunnen maken en die er niet in slagen ze te verkrijgen, hetzij door hun persoonlijke inspanning, hetzij met andere middelen. Het equivalent inkomen sociale integratie (ERIS) is financiële bijstand die door het OCMW wordt verleend in het kader van het recht op sociale bijstand (wet van 2 april 1965 betreffende de overname van de verantwoordelijkheid voor bijstand verleend door openbare centra voor sociale bijstand) aan personen die om specifieke redenen (bv. nationaliteit) niet in aanmerking komen voor het recht op sociale integratie. De bedragen zijn identiek aan die van de RIS. De hier vermelde kernindicator heeft betrekking op het gemiddelde maandelijkse aantal (jaarlijks gemiddelde berekend over de twaalf maanden) begunstigden (RIS of ERIS) en de gemiddelde bevolking van het jaar (bevolking op 1 januari van het jaar x + bevolking op 1 januari van het jaar x -1)/2. In het gegevensbestand worden de gegevens uitgesplitst naar leeftijdsgroep en geslacht. Op de website van de Federale Overheidsdienst voor de programmering van sociale integratie "[\2](\1)" vindt u ze ook per groep nationaliteiten en categorie begunstigden. Cijfers kunnen variëren van bron tot bron, afhankelijk van de updatedatums en het doel van de verzameling. De SPP-IS werkt de cijfers die zij publiceert regelmatig bij (bv. door een RIS toe te voegen na een succesvol beroep tegen de weigering om een RIS toe te kennen). Vergeleken met de indicator “Jaarlijks percentage RIS/ERIS onder 18-64-jarigen – statbelgegevens” laat deze indicator twee verschillen zien. Enerzijds is deze indicator lager, omdat de noemer, aangezien het een maandgemiddelde betreft, het gemiddelde aantal RIS/ERIS raamt dat elke maand door het OCMW wordt betaald, terwijl de Statbel-indicator elke persoon identificeert die gedurende het jaar een RIS heeft ontvangen, hetzij gedurende 12 maanden, hetzij gedurende 1 maand. Aan de andere kant lokaliseert deze indicator het OCMW dat de RIS betaalt en niet de woonplaats van de begunstigde. In bepaalde situaties is het mogelijk om een OCMW te gebruiken dat verschilt van dat van de gemeente waar u woont. Dit is het geval voor studenten die niet van OCMW veranderen, zelfs als hun huis van gemeente verandert. Aangezien de SPP-IS-gegevens de RIS/ERIS-begunstigde niet lokaliseren, is het niet mogelijk om de gegevens op infracommunautair niveau in kaart te brengen.