Doe mee
Deel je datasets en toepassingen met de open data community
In 2015 en 2016 zijn in totaal 113 BRUV-enquêtes uitgevoerd. De BRUV-enquêtes documenteerden een CMaxN van 237 elasmobranchen van 14 soorten en één niet-geïdentificeerde Carcharhinid. De totale CPUE van beide jaren was 2,09 (tabel 1), waarbij ten minste één elasmobranch-ontmoeting plaatsvond in 92,03% (n = 104) van de enquêtes. Carcharhinus amblyrhynchos, de meest voorkomende soort, met een CMaxN van 103, kwam voor in 54,87% van de onderzoeken, met een totale CPUE van 0,91 (x = 0,91 + - 1,64 SD). Triaenodon obesus waren ook overvloedig, met een CMaxN van 98, en waren aanwezig in 71,68% van de onderzoeken met een totale CPUE van 0,87 (x = 0,87 + - 0,84 SD). Andere haaiensoorten die gedurende twee jaar van bemonstering werden waargenomen, waren, in volgorde van afnemende CMaxN, tijgerhaai Galeocerdo cuvier (CMaxN = 8), zwartpuntrifhaai Carcharhinus melanopterus (8), geschulpte hamerhaai Sphyrna lewini (7), paaiende verpleegsterhaai Nebrius ferrugineus (2), voshaai Alopias sp. (2), zijdehaai Carcharhinus falciformis (1), zilverpunthaai Carcharhinus albimarginatus (1) en walvishaai Rhincodon typus (1). Geobserveerde Batoïde soorten waren gevlekte adelaarrog Aetobatus spp. (2), ronde ribbontail ray Taeinurops meyeni (1), bluespotted ribbontail ray Taeniura lymma (1), en een manta ray Mobula sp. (1). Er was geen significant verschil tussen jaren in CPUE van C. amblyrhynchos in ondiepe habitats (PERMANOVA, p = 0,297, Pseudo-F = 1.139) en diepe habitats (p = 0,48, Pseudo-F = 0,607). Evenzo is er geen significant verschil in de abundantie van T. obesus; de abundantie was duidelijk tussen jaren in ondiepe (p = 0,19, Pseudo-F = 2,122) en diepe habitats (p = 0,171, Pesudo-F 2,28).
Deel je datasets en toepassingen met de open data community